Heinabergsjökull

De Heinabergsjökull is een gletsjer aan de zuidoostkant van de Vatnajökull-ijskap. Z’n tong is ingeklemd tussen twee bergruggen en damde vroeger twee meren af.

Breiðabunga

De Heinabergsjökull begint op de Breiðabunga, een breed gebergte van 1500 m hoog in het zuidoosten van de Vatnajökull. Drie gletsjers stromen samen om de Heinabergsjökull te vormen. Z’n tong is ongeveer 14 km lang en ligt ingeklemd tussen twee bergruggen: de Hafrafell in het westen en de Geitakinn in het oosten.

De bergrug Geitakinn begrenst de Heinabergsjökull in het oosten.
De bergrug Geitakinn begrenst de Heinabergsjökull in het oosten.
De Heinabergs- en Skálafellsjökull stroomden in de 19e eeuw samen. Hun maximale omvang is met een witte lijn aangegeven. Hoogtemodel onder ESRI World Imagery (2023), QGIS 3D.
De Heinabergs- en Skálafellsjökull stroomden in de 19e eeuw samen. Hun maximale omvang is met een witte lijn aangegeven. Hoogtemodel onder ESRI World Imagery (2023), QGIS 3D.

Fusie met Skálafellsjökull

Tegenwoordig eindigt de gletsjer in een meer, nadat hij 3 km korter is geworden sinds het einde van de 19e eeuw. Destijds was de tong verbonden met die van de Skálafellsjökull in het westen en mogelijk ook met de Fláajökull in het oosten. Maar toen de eerste mensen duizend jaar geleden voet op IJsland zetten waren de gletsjers veel kleiner en was het dal waar nu de Heinabergsjökull ligt begroeid (Björnsson, 2017: 473).

Oprukkende Gletsjers

Alle gletsjers van de Vatnajökull groeiden vanaf de 15e eeuw door afkoeling. In de daaropvolgende eeuwen werd landbouwgrond verwoest door de oprukkende gletsjers en wilde smeltrivieren. De groeiende Heinabergsjökull blokkeerde zijdalen af. Daar ontstonden meren, want het (smelt)water kon niet weg. Als de meren vol genoeg zaten stroomden ze in korte tijd leeg. Zulke plotselinge vloeden, die ook wel jökulhlaups worden genoemd, hebben bijna alle boerderijen weggevaagd die stroomafwaarts van de Heinabergsjökull stonden (Thorarinsson, 1939).

Vlechtende rivieren met de Heinabergsjökull (rechts) en de Skálafellsjökull op de achtergrond, augustus 2023.
Vlechtende rivieren met de Heinabergsjökull (rechts) en de Skálafellsjökull op de achtergrond, augustus 2023.

Vatnsdalur Gletsjermeer

Vroeger waren er twee dalen door het ijs afgedamd, beide aan de oostkant van de Heinabergsjökull. De gevaarlijkste van de twee was het Vatnsdalur (Waterdal). Z’n oudste beschreven jökulhlaup was in 1898. Vóór die tijd was de gletsjer zo dik dat het water in het Vatnsdalur zo hoog stond dat het simpelweg over een bergpas naar een naburig dal (Heinabergsdalur) stroomde. Sinds die eerste in 1898 stroomde het meer ieder jaar leeg, later zelfs twee keer per jaar. Hoewel de omvang van de overstromingen afnam met het dunner worden van de gletsjer, vulde het Vatnsdalur zich tot en met 2016 nog met water.

Heinabergsjökull at the entrance of Vatnsdalur with the drained lake to the right, 1938. Photo: Sigurdur Thorarinsson, Jöklarannsóknafélag Íslands.Heinabergsjökull at the entrance of Vatndalur, 2023.

De Heinabergsjökull ter hoogte van het Vatnsdalur in 1938 (links) and 2023. Het meer was in 1938 net leeggelopen. Fotograaf 1938: Sigurdur Thorarinsson, Jöklarannsóknafélag Íslands.

Dalvatn Meer

Het andere gletsjermeer lag onderaan het Heinabergsdalur en heette het Dalvatn. Het ontstond op het moment dat de gletsjer de ingang van het Heinabergsdalur bereikte, zo rond 1750. In de jaren 20 van de 20e eeuw verdween het meer weer, omdat de krimpende gletsjer geen barrière meer vormde. Het Dalvatn bevatte veel minder water dan het Vatnsdalur, maar genereerde in de 19e als enige overstromingen. De ijsdam bij het Vatnsdalur was toen te sterk en het water stroomde over een rand het Heinabergsdalur en dus het Dalvatn in.

In de 19e eeuw dwong de dikke gletsjer het water uit het Vatnsdalur om het Heinabergsdalur in te stromen. ESRI satellite imagery (2023) with DEM from Landmælingar Íslands (2016).
In de 19e eeuw dwong de dikke gletsjer het water uit het Vatnsdalur om het Heinabergsdalur in te stromen. ESRI satellite imagery (2023) with DEM from Landmælingar Íslands (2016).

Kustlijnen

Naarmate de gletsjer vanaf het einde van de 19e eeuw dunner werd, daalde ook het maximale waterniveau in de meren. Die verschillende fases van ijsdikte zijn daarom terug te vinden als oude kustlijnen op de hellingen rondom de voormalige meren. Bij het Dalvatn liggen 8 kustlijnen boven elkaar, bij het Vatnsdalur zelfs 12 (Bennett et al., 2000). 

Op de hellingen rond het Vatnsdalur zijn oude oeverlijnen zichtbaar.
Op de hellingen rond het Vatnsdalur zijn oude oeverlijnen zichtbaar.
IJsbergen liggen op de bodem van het Vatnsdalur na de jökulhlaup van juli 1938. Foto: Sigurdur Thorarinsson, Jöklarannsóknafélag Íslands.
IJsbergen liggen op de bodem van het Vatnsdalur na de jökulhlaup van juli 1938. Foto: Sigurdur Thorarinsson, Jöklarannsóknafélag Íslands.

10 km Lange Slenk

Het Vatnsdalur heeft flink bijgedragen aan het uitslijten van de bodem onder de Heinabergsjökull. Met elke vloed stroomde er met kracht water onder de gletsjer door en voerde veel sediment af. In combinatie met de erosieve gletsjer is er zodoende een diepe laagte ontstaan. De depressie onder de Heinabergsjökull is na Breiðamerkurjökull zelfs de langste in IJsland en ligt over een lenget van 10 km onder zeeniveau, het diepste deel maar liefst 220 meter (Hannesdóttir et al., 2015a).

Heinabergsjökull comparison 1 1962 Björn Björnsson 1820-3Heinabergsjökull comparison 1 2023

De Heinabergsjökull in 1962 (links) en 2023. Foto 1962: Björn Björnsson, Þjóðminjasafni Íslands nr. 1820-3.

300 m Dunner

Toen de Heinabergsjökull op z’n grootst was ging de laagte geheel schuil onder de gletsjer. Na een halve eeuw achteruitgang werd in de jaren 1950 voor het eerst iets van het meer zichtbaar. Het meer groeide ten koste van de gletsjer tot in de jaren 1970, maar sindsdien is de gletsjer nauwelijks korter geworden. Dat betekent geenszins dat de Heinabergsjökull niet verandert. Hij wordt ieder jaar dunner en is sinds 1890 tot 300 m van z’n dikte verloren. Een derde van al het ijs is verdwenen (Hannesdóttir et al., 2015b). Nu drijft de onderste 4 km van de gletsjer in het water en kan daardoor snel uiteenvallen.

Een brug ligt over de verdwenen rivier de Heinabergsvötn.
Een brug ligt over de verdwenen rivier de Heinabergsvötn.

Overbodige Brug

De wegkwijnende tong van de Heinabergsjökull voorkomt niet alleen dat de zijmeren zich vullen, het verandert ook de loop van rivieren. Vóór 1948 had de gletsjer twee smeltwaterrivieren: de Landvatn stroomde oostwaarts, de Heinabergsvötn zuidoostwaarts. Vooral laatstgenoemde was een grote hindernis voor reizigers en werd daarom in 1947-1948 overbrugd. Een paar maanden na de ingebruikname van de brug verlegde de rivier echter z’n loop, nadat de terugtrekkende gletsjer dat mogelijk had gemaakt. De rivier koos een westerlijkere route en sloot aan bij de Kolgríma. Sindsdien ligt de brug over een droge rivierbedding als herinnering aan het veranderlijke landschap.

Terrassen

Het voorland van de Heinabergsjökull draagt vele sporen van oude rivierlopen. Toen de gletsjer op z’n grootst was kon z’n smeltwater alle kanten uitstromen. Als een van de gletsjermeren leegliep sleurde de vloed ijsbergen mee. Die belandden op de spoelzanden, smolten langzaam uit en zijn nu nog als ronde gaten te herkennen. Maar toen de gletsjer zich terugtrok en het water niet meer over de opgehoopte sedimenten kon stromen, moesten de rivieren zich beperken tot een zuidwaartse route langs het ijs. Ze sneden zich daarbij steeds verder in, zodat een serie terrassen langs de oever van het meer is ontstaan (Evans & Orton, 2015).

De spoelzandwaaier voor het proglaciale meer van de Heinabergsjökull is steeds dieper ingesneden door rivieren en is nu gelaagd in 'terrassen', augustus 2023.
De spoelzandwaaier voor het proglaciale meer van de Heinabergsjökull is steeds dieper ingesneden door rivieren en is nu gelaagd in 'terrassen', augustus 2023.
Het smeltwater van de Heinabergsjökull stroomt tegenwoordig naar het zuiden.
Het smeltwater van de Heinabergsjökull stroomt tegenwoordig naar het zuiden.

Heinabergsjökull Verdwijnt

In de komende decennia zal het proglaciale meer groter worden ten koste van de terugtrekkende gletsjer. Nu de temperaturen ongeveer 1°C hoger liggen dan in 1980-2000 gaat de gletsjer nog eens een derde van z’n massa verliezen. Als het nóg een graad warmer wordt zal de Heinabergsjökull in 2100 zelfs helemaal verdwenen zijn (Hannesdóttir et al., 2015a). In dat verre van onwaarschijnlijke scenario zullen alleen de hoogste delen van de Breiðabunga nog met ijs bedekt zijn.

Het meer voor de Heinabergsjökull groeit naarmate de gletsjer krimpt.
Het meer voor de Heinabergsjökull groeit naarmate de gletsjer krimpt.
Orthophoto of Heinabergsjökull in 1954.Satellite image of Heinabergsjökull in 2023.

De tong van de Heinabergsjökull in 1954 (links) en 2023. Bron: Landmælingar Íslands (1954) en ESRI World Imagery.

Klik op de foto om hem te vergroten!