Lambatungnajökull

De Lambatungnajökull is een gletsjer in het zuidoosten van IJsland. Hij ligt in het Skyndidalur, een nauw dal tussen steile bergflanken. Maar lang geleden stroomde hij nog een tweede dal in.

Kame en Kettle

Vanaf het hoogste punt (Goðahnjúkar, circa 1500 meter) stroomt de Lambatungnajökull over een lengte van veertien kilometer omlaag naar 200 meter De tong eindigt in een chaos van ijs, water en sediment. Uit hun interactie ontstaat een zogenaamde kame en kettle-topografie: een landschap van depressies en heuvels gevormd door het samenspel van dooiend ijs en aanvoer van sediment. Waar zand, grint en stenen zich verzamelen in een laagte in het ijs, blijft na het wegsmelten van het ijs een heuvel over. Het omgekeerde gebeurt als een blok ijs omringt is door sediment: daar blijft nadat het blok gesmolten is juist een laagte achter.

De tong van Lambatungnajökull ligt deels begraven onder sediment, augustus 2023.
De tong van Lambatungnajökull ligt deels begraven onder sediment, augustus 2023.
De Lambatungnajökull met kame en kettle-topografie in het Skyndidalur, augustus 2023.
De Lambatungnajökull met kame en kettle-topografie in het Skyndidalur, augustus 2023.
Jöklarannsóknafélag Íslands Lambatungnajokull
Lambatungnajökull in 1936. Fotograaf: Sigurdur Thorarinsson, Jöklarannsóknafélag Íslands.

Tegenwoordig is het uiteinde van de gletsjer rond en glad, maar vroeger moet de tong veel gescheurder zijn geweest. Dat valt af te leiden uit een serie zaagtandvormige morenes die anderhalve kilometer vóór de gletsjer ligt. Die zijn in de eerste helft van de twintigste eeuw gevormd, toen de Lambatungnajökull in een breder deel van het dal uitkwam. Als een gletsjer vanuit een smal dal breder uit kan waaien, ontstaan er radiale crevassen in het ijs vanwege de divergerende stroom. Daartussen hoopt sediment op, wat na smelt van het ijs zaagtandvormige morenes geeft. 

Zaagtandvormige morene

De oudere geschiedenis van de Lambatungnajökull is veel beter te reconstrueren dan die van naburige gletsjers. Dat komt door de gelukkige omstandigheid dat de gletsjer in het verleden niet alleen rechtdoor naar het Skyndidalur stroomde, maar aan de zuidkant ook over een pas het Hoffelsdalur instak. Nadat de Lambatungnajökull zich uit het Hoffelsdalur terugtrok zijn de daar gevormde morenes nooit aangetast door smeltwater, want het gletsjerwater bleef in het Skyndidalur. Daardoor zijn geomorfologische bewijzen van historische gletsjeromvang in het Hoffelsdalur veel beter bewaard gebleven.

Hoffellsdalur

Luchtopname van de Lambatungnajökull in augustus 2023 met geprojecteerde gletsjeromvang rond 1850.
Luchtopname van de Lambatungnajökull in augustus 2023 met geprojecteerde gletsjeromvang rond 1850.
Het Hoffellsdalur richting de Lambatungnajökull, augustus 2023. Tot ongeveer 1938 was de gletsjer aan het einde van het dal zichtbaar.
Het Hoffellsdalur richting de Lambatungnajökull, augustus 2023. Tot ongeveer 1938 was de gletsjer aan het einde van het dal zichtbaar.
Lambatungnajökull met een morene uit ±1854 op de voorgrond, augustus 2023.
Lambatungnajökull met een morene uit ±1854 op de voorgrond, augustus 2023.

Geoloog Meet Korstmossen

De geoloog Tom Bradwell heeft dankbaar gebruik gemaakt van de goed bewaarde morenes om een relatief lange periode van 250 jaar gletsjergeschiedenis te ontrafelen. Aan de hand van de grootte van korstmossen en hun groeisnelheid (ongeveer een halve millimeter per jaar) concludeerde hij dat de Lambatungnajökull tegen het einde van de achttiende eeuw op z’n grootst was. Hij staafde zijn berekeningen met tussenliggende bodemmonsters, die te dateren waren door aslagen van bekende vulkaanuitbarstingen. Uit oude schriftelijke bronnen blijkt verder dan de gletsjer gedurende de zeventiende eeuw groeide.

Lambatungnajökull, augustus 2023.
Lambatungnajökull, augustus 2023.
Lambatungnajökull in 1937 door Steinþór SigurðssonLambatungnajökull 2023

Lambatungnajökull in 1937 (links, Steinþór Sigurðsson) en 2023.

De enorme omvang van de Lambatungnajökull rond 1800 is goeddeels ongemerkt voorbijgegaan. De gletsjer is moeilijk te bereiken en er lagen geen boerderijen in de buurt. De enige mensen die er iets merkten van de grote gletsjer waren schapenboeren uit Hoffell, die hun dieren ’s zomers in de bergen lieten grazen. Doordat het ijs het Hoffellsdalur instroomde was de toegang tot sommige weides vanaf ongeveer 1650 geblokkeerd. Dat duurde tot 1937. In de tussentijd had niemand echt een reden om naar de gletsjer te komen. Het duurde zelfs tot 1938 voordat de eerste redelijke kaart van het gebied werd gemaakt.

Geblokkeerde Weides​

Het Hoffellsdalur, augustus 2023.
Het Hoffellsdalur, augustus 2023.
Luchtopname van de Lambatungnajökull, augustus 2023.
Luchtopname van de Lambatungnajökull, augustus 2023.

Op de Radar

Sinds het verschijnen van de eerste goede kaart is de aandacht flink toegenomen. In deze uithoek van IJslands grootste ijskap kom de Lambatungnajökull lange tijd ongemerkt meebewegen met het klimaat. Maar de laatste tientallen jaren blijft geen verandering onopgemerkt. Dat belooft wat voor de toekomst.

Lambatungnajokull 1988 (links) en 2022.Lambatungnajokull 1988 (links) en 2022.

Lambatungnajokull 1988 (links) en 2022.

Lengteverandering (in km) van de Lambatungnajökull in de periode 1650-2021 ten opzichte van 1945
Lengteverandering (in km) van de Lambatungnajökull in de periode 1650-2021 ten opzichte van 1945. De periode tot ±1780 is geschat. Bron: Bradwell et al., 2006 met toevoeging voor de periode 2000-2021 o.b.v. Google Earth 2002 en data islenkirjoklar voor de jaren 2008-2021.

Klik op de foto om hem te vergroten!