Chiacciaio dell’Adamello (Adamellogletsjer) is de grootste gletsjer van Italië. Hij is 6 km lang en gemiddeld 2 km breed, maar wordt snel kleiner.
De Adamellogletsjer heeft een ongewone vorm voor een Alpengletsjer. Hij is vrij vlak, breed en niet omgeven door hoge pieken. In plaats daarvan lijkt hij meer op een ijsplateau zoals in Scandinavië. Want terwijl de hoge delen van de gletsjer tussen de 3100 en 3300 m reiken, komen de bergen daar met maximaal 3400 m amper bovenuit.
Onder de gletsjer ligt wel degelijk een soort dal, alleen gaat die schuil onder een ijslaag van (maximaal) 260 m dik is. Maar dat wordt gestaag minder, want vanwege de relatief lage ligging van de gletsjer smelt hij overal. Daardoor stamt ijs dat op de hoogste delen aan het oppervlak ligt momenteel uit de jaren 1990. Uiteindelijk zal ook het diepste ijs eraan moeten geloven, dat ruim duizend jaar oud is (Festi et al., 2021).
Binnen een paar decennia komt er radioactief ijs aan de oppervlakte. Italiaanse wetenschappers vonden rond 25 m diepte namelijk ijs dat vervuild is met tritium. Toen dat ijs zich in de jaren 1950 en 1960 vormde werden er nucleaire tests gehouden in de atmosfeer (Di Stefano et al., 2024). En omdat het ijs in de (voormalige) accumulatiezone met zo’n 1 m per jaar smelt, zal het ‘tritiumijs’ rond 2050 aan het oppervlak verschijnen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd op en rond de Adamellogletsjer de ‘Witte Oorlog’ uitgevochten tussen Oostenrijks en Italië. De frontlijn lag hoog in de bergen en de soldaten moesten jaarrond posities op 3000 m bewaken. In de kou en sneeuw stierven tienduizenden mensen. Uit de grootste gletsjertong, Mandrone, smelten nog steeds spullen (en lichamen) van soldaten die de gletsjer overstaken (Museo Guerra Bianca). Een van de redenen om de gletsjer over te steken was de installatie van een 6 ton wegend kanon op een bergtop naast de gletsjer. Italiaanse soldaten sleepten het geschut in 78 dagen van het dal op 1600 m via de gletsjer naar de Cresta Croce op 3275 m, waar hij nog steeds staat.
De Mandronegletsjer in 1900 (Unterveger) en 2018 (R. Scotti). Bron: Servizio Glaciologico Lombardo.
In het verleden was de Mandronegletsjer veel groter en had hij een indrukwekkende ijsval richting het dal, waar hij samenstroomde met de Lobbiagletsjer. Nu hij zich heeft teruggetrokken op vlakker terrein ligt er een ondiep meer voor de tong. Hoewel het meer snel opvult met sediment, kan er nieuw open water ontstaan naarmate de gletsjer krimpt. Dat gaat erg snel: in de periode 2020-2023 werd de tong 24 m dunner (Glaciological Service of Lombardy).
Behalve dunner wordt de tong ook instabieler. In de zomer van 2022 verschenen er namelijk cirkelvormige crevassen in het ijs. Dat soort scheuren ontstaan boven holtes in het ijs, die op hun beurt duiden op toenemende smelt. Boven de holtes zakt het gletsjeroppervlak in en uiteindelijk stort het ‘plafond’ in. Zo blijven er ronde holtes in het ijs achter. Bij de Mandronegletsjer stortten in 2023 drie van zulke holtes in.
De Adamellogletsjer ligt in het Natuurpark Adamello-Brenta. Samen met naburige parken vormt het het grootste beschermde gebied in de Alpen. Mede daardoor kon de laatste populatie bruine beren van de Alpen hier overleven, om sinds de jaren 1990 weer nieuwe gebieden te koloniseren. Waar de beren zich voor uitsterven wisten te behoeden, zal dat de Adamellogletsjer niet lukken.
Zoek binnen glacierchange