Blomstølskardsbreen ligt in het zuiden van Folgefonna en grenst in het westen aan Svelgjabreen. Hij beslaat ruim 22 vierkante kilometer en de tong ligt hoog, op duizend meter. Hij eindigt in een paar meren met mooie ijsbergjes. Net als Svelgjabreen is ‘Blom’ veel minder gesmolten dan de andere gletsjers in Noorwegen.
The lake is expanding at the expense of ice between 2006 (left) and 2019. Source: norgeibilder.no
Lang werd gedacht dat de dikte van de Blomstølskardsbreen groeide, maar dat is recent ontkracht. Wat bleek: de gangbare manier om metingen te doen (kuilen graven of staken boren tot op de sneeuw- of ijslaag van het vorige jaar) voldeed hier niet. Dat zorgde op de Folgefonna voor meer dan een halve meter sneeuw per jaar overschatting. Na (geodetische) herberekening blijft er van de groei in de jaren 2007-2017 niks meer over (Kjøllmoen, 2018).
Dat de Blomstølskardsbreen niet dikker wordt maar gelijk is gebleven klopt ook beter met de lengte van de gletsjer, die over de genoemde periode min of meer stabiel is gebleven. Na 2017 is dat snel veranderd en is Blomstølskardsbreen in vijf jaar tijd ruim honderd meter korter geworden. Nog steeds heel weinig in vergelijking met andere gletsjers in Noorwegen en Europa. De gletsjer was dan ook pas in 1940 op z’n grootst in duizenden jaren, veel later dan andere Noorse gletsjers (Wittmeier, 2010).
Blomstølskardsbreen wordt niet druk bezocht. Anders dan bij Svelgjabreen, loopt er geen gemarkeerd pad naartoe. Je moet dus zelf je weg vinden. Dat kan onder andere vanaf Svelgjabreen via Inste Botnane, een dal met veel meren. Terwijl je daar loopt is de ijskap nooit ver weg: continu dreigt hij over de bergen heen te stromen, zo lijkt het. Wie onderweg een paar hoge punten aandoet krijgt een prachtig uitzicht over Folgefonna, een schier oneindige ijskap.
Blomstølskarsbreen eindigt in een drietal meren die sinds 2002 zijn aangesloten op stuwmeren. Zo’n steile kalvende ijsrand met ijsbergjes is altijd een spectaculair gezicht. Het is geen IJsland of Groenland, maar toch. Het bereiken van Blomstølsskardvatnet is een prestatie op zich. Maar het tweede meertje lonkt ook nog. Via de vrij makkelijk begaanbare rug aan de oostkant van het meer loop je twee kilometer noordoostwaarts. Onderweg kom je een schuilhutje tegen, voor het geval het helemaal mis dreigt te gaan. Eenmaal bij het tweede meer ben je omringd door het ijs. Deels duikt het als een gladde bevroren waterval in het water, deels hangt het dreigend boven de rotsen en deels glijdt het gracieus over het water. Langzaam trekt het ijs zich terug uit het water, zodat de meertjes uiteindelijk aan elkaar zullen groeien.
Zoek binnen glacierchange