De Briksdalsbreen is populaire gletsjer in het westen van de
Jostedalsbreen die in de jaren 1990 onstuimig groeide. Maar gletsjertoeristen
zullen er nu teleurgesteld worden.
De Briksdalsbreen is een steile en relatief korte uitloper van de Jostedalsbreen. Hij duikt omlaag vanaf de ijskap: in iets meer dan 2 km daalt hij van 1600 m af naar 550 m. De tong hangt 200 m boven een meer waarin hij lange tijd uitkwam. Het blauwe ijs in het schitterende bergmeer was een ware attractie, maar verdween toen de gletsjer zich in 2011 uit het meer terugtrok.
Ondanks dat de gletsjer niet langer in het meer ligt komen nog steeds massa’s mensen naar de Briksdalsbreen. Er zijn zelfs specials wagentjes die de toeristen vanaf het bezoekerscentrum het Briksdalen in rijden. Die rit scheelt 1,5 km en 150 m hoogtemeters, maar wie kan moet echt gaan lopen. Alleen dan kun je optimaal genieten van de watervallen, de bossen en, niet in de laatste plaats, de morenes die in het dal liggen.
De eerste en oudste morene ligt net boven de Kleivafossen, een bulderende waterval in het Briksdalen. De morene moet rond 1760 gevormd zijn (Pedersen 1976 in Nesje, 2005), al heeft niemand de opmars van de gletsjer in de 17e en 18e eeuw beschreven. Dat komt doordat de gletsjer geen weides en boerderijen bedreigde, in tegenstelling tot de naburige Brenndalsbreen.
De Noorse meteoroloog Christen de Seue heeft als eerste de Briksdalsbreen beschreven en gefotografeerd, in 1869. Hij kon bijna niets terugvinden van de oudere morenes doordat ze waren weggespoeld door de smeltwaterrivier (De Seue, 1870:18). Toen hij de Briksdalsbreen bezocht was die al 600 m korter geworden sinds 1760, maar Christen had geluk de gletsjer in een korte groeifase aan te treffen. Dat leidde tot een nieuwe morene in 1872 die door de bekende fotopionier Knud Knudsen nog datzelfde jaar is vastgelegd (Nussbaumer et al., 2011).
De Briksdalsbreen in 1872 en 2024. Bron 1872: Knud Knudsen, Bibliotheek Universiteit van Bergen foto ubb-kk-1318-0878.
Na 1872 kromp de Briksdalsbreen min of meer continu, totdat in 1905 een groeifase van 6 jaar aanving. De geoloog John Bernhard Rekstad was toen al begonnen met jaarlijkse lengtemetingen. Daartoe had hij in 1900 een kruis in een grote rots voor de gletsjer gekerfd. Vanaf dat punt mat hij (en anderen) de afstand tot de rand van de gletsjer. Dat werkte goed zolang de gletsjer zich terugtrok. Maar in 1908 bereikte de groeiende gletsjer de gekerfde steen en duwde die van z’n plek. De enorme rots verschoof in een paar jaar tijd 16 m en draaide om z’n as.
Vanaf 1911 kromp de Briksdalsbreen weer, om tussen 1923 en 1929 juist weer te groeien. Hoewel de kortere groeiperiodes de smelt niet helemaal compenseerden, verloor de gletsjer al met al slechts 200 m tussen 1872 en 1934. Daarna brak echter een warmere tijd aan waarin alle uitlopers van de Jostedalsbreen enorm krompen. De Briksdalsbreen verloor 800 m in minder dan 20 jaar tijd (data: NVE). Tegen 1952 reikte de gletsjer nauwelijks nog in het meer dat tot een paar jaar eerder nooit zichtbaar was geweest.
Vele mensen waren getuige van reilen en zeilen van de briksdalsbreen. Na De Seue kwamen steeds meer reizigers naar het Oldedalen en z’n gletsjers. Ze werden daarbij geholpen door lokale boeren die in 1880 een pad hadden aangelegd van het dal naar de gletsjer. Negen jaar later liep de Duitse keizer Wilhelm over datzelfde pad, dat sindsdien zijn naam draagt. Het werd zo druk dat in 1926-1927 tot wel 1300 mensen per dag naar de Briksdalsbreen kwamen (Eide, 1955).
De Briksdalsbreen in 1888 en 2024. Bron 1888: Axel lindahl, archief Geologische Dienst van Noorwegen foto NGU001683.
Terwijl de Briksdalsbreen in de jaren 1940 kromp daalden eveneens de bezoekersaantallen. En nadat het in Europa (en Noorwegen) weer vrede werd stabiliseerde de gletsjer ook. In de jaren 1950 en 1960 bleef z’n lengte grosso modo gelijk.
In het midden van de jaren 1970 begon de Briksdalsbreen weer te groeien. De zomers werden iets koeler en er viel meer sneeuw. Rond 1990 piekten de sneeuwhoeveelheden, waardoor de toch al groeiende gletsjer een sprintje trok. In slechts vier jaar tijd (1993-1996) werd hij maar liefst 278 m langer. Samen met de voorafgaande decennia was hij in totaal 450 m langer geworden en bedekte weer bijna het hele meer (Nesje, 2005).
Glaciologen stonden versteld van de snelheid waarmee de Briksdalsbreen in de jaren 1990 groeide. Want hoewel alle westelijke uitlopers van de Jostedalsbreen profiteerden van de toegenomen sneeuwval, was de reactie nergens zo uitbundig als bij de Briksdalsbreen. In 1994 groeide hij met 61 m, de grootste jaarlijkse toename ooit gemeten in Noorwegen (Winkler and Nesje, 1999). Op een goede tweede plaats staan een toename van 60 m in 1993, die eveneens voor rekening van de Briksdalsbreen komt!
De toegenomen sneeuwval in de jaren 1980 en 1990 werd veroorzaakt door veel lagedruk boven de Noord-Atlantische Oceaan. Dat veroorzaakte een sterke westelijke stroming die vochtige lucht tegen de bergen van West-Noorwegen stuwde. Alle gletsjers langs de kust van Noorwegen groeiden als gevolg daarvan in de jaren 1990. Maar omdat die fase nergens zo uitgesproken was als bij de Briksdalsbreen, is deze periode bekend komen te staan als het ‘Briksdalsbre Event’ (Nesje & Matthews, 2012).
Het ‘Briksdalsbre Event’ omvat niet alleen de snelle groei van de gletsjers in de jaren 1990, maar ook hun minstens zo rappe krimp die daarop volgde. Wederom was de Briksdalsbreen de uitblinker. Nadat hij z’n lengte vasthield tot 2001, verloor hij de gewonnen 400 m in slechts zeven jaar. In 2007 had hij daarom alweer dezelfde lengte als in de periode 1950-1970. Na 2007 trok hij zich binnen een paar jaar terug uit het meer en raakte de tong los van de ijsval. De snelheid waarin dit gebeurde komt mede doordat de gletsjer in het meer uiteen viel (Hart et al., 2011). Tegen 2015 was de tong verdwenen en resteerde alleen de ijsval hoog boven het meer (NVE Glacier Periodic Photo). De metingen die door Rekstad in 1900 waren begonnen moesten worden beëindigd, omdat de gletsjer onbereikbaar was geworden. In de komende decennia zal hij zich alleen maar verder terugtrekken (Laumann & Nesje, 2009).
De Briksdalsbreen in 2002 en 2024. Bron 2002: Clemens Gilles via Flickr.
Verrassend genoeg trekt de Briksdalsbreen nog steeds massa’s toeristen, ondanks z’n enorme achteruitgang. Misschien zijn ze misleid door advertenties die de gletsjer in oude staat tonen, misschien waarderen ze het landschap ook zonder ijs. Hoe dan ook is het een uitermate geschikte plek om de gevolgen van klimaatverandering te zien.
Zoek binnen glacierchange