Buerbreen (ook wel: Buarbreen) is een drukbezochte gletsjer aan de oostkant van Folgefonna. Hier werden de eerste gletsjerfoto’s van Noorwegen gemaakt.
De Buerbreen bestaat uit twee takken: de noordelijke heet Øvre (Boven-) Buerbreen en de zuidelijke Nedre (Onder-) Buerbreen, omdat de een lager komt dan de ander. Vooral de Nedre Buerbreen is een echte trekpleister, want makkelijk te bereiken vanuit het nabijgelegen Odda. Zelfs 150 jaar geleden was dit al een geliefde bestemming, in ieder geval voor Knud Knudsen.
Knud Knudsen (1832-1915) was een Noorse fotograaf. Hij kwam van een boerderij in het naburige Odda en legde zich toe op fotografie. Daar begon hij mee aan het begin van de jaren zestig van de negentiende eeuw, precies op tijd om Buerbreen z’n grootste omvang in duizenden jaren te zien bereiken. Dat moet hem mateloos hebben geboeid, want hij sleepte zijn niet-zo-mobiele camera veelvuldig het Buerdalen in. Een saaie wandeling zal het niet geweest zijn, want het uitzicht op de gletsjer was prachtig.
Buerbreen vanuit het Jordal door Knud Knudsen (links, National Library of Norway) en in 2021.
Knud heeft prachtig vastgelegd hoe de gletsjer groeide. Zijn eerste foto dateert van 1864. De tong trekt zich dan sinds een paar jaar een beetje terug, maar al snel begint de gletsjer weer langer te worden. Dat is ook op Knuds foto’s te zien. Een groeiende gletsjer ziet er namelijk heel anders uit dan een krimpende: hij heeft een steiler front, steilere zijkanten en zit vol met scheuren. In 1878 is Buerbreen op z’n langst en behield die lente tot ongeveer 1892 (bron: Nussbaumer et al., 2011). Daarna begon de achteruitgang, zij het eerst heel langzaam. Bij een nieuwe opleving tegen 1933 was Buerbreen slechts enkele tientallen meters korter dan in 1892. Daarna is het snel bergafwaarts gegaan.
Sinds de tijd van Knud is het Buerdalen beter ontgonnen. Er loopt een weg tot aan Buer, wat de wandeling naar het ijs verkort tot drie kilometer. De twee zeer hoge ijsvallen die Nedre Buerbreen voeden zijn onverminderd spectaculair. En wie het gebaande pad verlaat en naar de Øvre Buerbreen klautert ziet een bescheidener tong met prachtige tinten blauw. De rug tussen beide gletsjers in is vanaf daar ook begaanbaar.
De Buerbreen is een van de eerste gletsjers in Noorwegen waarvan de lengteveranderingen worden bijgehouden. Men begon er al in 1900 mee, maar had niet kunnen bevroeden dat de veranderingen zou spectaculair zouden zijn. Vanaf 1933 is de gletsjer in minder dan dertig jaar een kilometer korter geworden. Daarna bleef de Buerbreen stabiel, om in de jaren 1990 tweehonderd meter te groeien. Vanaf het begin van deze eeuw wordt de gletsjer per jaar gemiddeld 25 meter korter.
Om op ooghoogte met de plek te komen waar de gletsjer op 1300 meter aan z’n steile ijsval begint kan de berg Reinanuten (1296 m) bestegen worden. Die berg staat pal ten zuiden van de Buerbreen en geeft een panoramisch uitzicht over de weide omtrek. Onderaan de vierhonderd meter verticale bergwand ligt de Nedre Buerbreen langzaam weg te smelten.
Zoek binnen glacierchange