Folgefonna is de zuidelijkste ijskap van Noorwegen. Het is eigenlijk de verzamelnaam voor drie afzonderlijke ijskappen, waarvan de zuidelijke met 164 vierkante kilometer veruit de grootste.
De ijskap is tot 1600 meter hoog, maximaal 570 meter dik en ligt dicht aan zee. Er valt veel neerslag. Tussen oktober en mei valt er tot vijfduizend millimeter neerslag, wat omgerekend vijftig meter droge sneeuw is! Geen wonder dus dat er op de noordelijke Folgefonna een groot deel van het jaar geskied wordt. Dat is ook meteen de enige lift in het gebied. Wie de gletsjers van Folgefonna wil bezoeken zal flink moeten wandelen. En ieder jaar iets verder, want de gletsjer worden kleiner.
De snelheid waarmee de gletsjers kleiner worden is bij Folgefonna niet overal hetzelfde. Zo liggen de zuidelijke gletsjers als Svelgjabreen en Blomstølskardsbreen nog steeds relatief dicht bij hun maximale omvang, terwijl de veel steilere gletsjers zoals Bondhusbrea (aan de westkant) en Buerbreen (aan de oostkant) al veel kleiner zijn. Maar de opwarming van het klimaat laat zich overal gelden. Afhankelijk van de mate van opwarming smelt het ijs geheel of grotendeels. Het noordelijke deel verdwijnt daarbij al in de loop van deze eeuw, want het ijs is er dunner. Het zuidelijke deel houdt langer stand en zal behouden blijven als het Klimaatakkoord van Parijs wordt nageleefd (Johansson et al., 2022).
Hoe snel Folgefonna verdwijnt hangt, behalve van de temperatuur, ook af van de ijsdikte. Die is gemiddeld 190 meter, met veel dunner ijs aan de randen en veel dikker ijs in het midden. Uit nieuw onderzoek bleek dat de ijskap veel dikker was dan eerder geschat en wel vier keer zo veel ijs bevat als eerder gedacht (Johansson et al., 2022). Onder het ijs ligt een landschap van diepe dalen en hoge pieken. Want al geeft de ijskap het gebied nu een egaal koepelvormig uiterlijk, onder de honderden meters dikke Folgefonna gaat een bergachtig landschap schuil dat voor het eerst in duizenden jaren weer zichtbaar wordt.
Zoek binnen glacierchange