Diep in de bergen van Wallis liggen twee gletsjers die ooit samen de Glacier d’Arolla vormden. Sinds ze van elkaar gescheiden zijn heten ze de Haut (Hoge) en Bas (Lage) Glacier d’Arolla.
Arolla is een van de hoogstgelegen dorpen in de Alpen, op 2000 m. Eeuwenlang keek het dorp uit over de gelijknamige gletsjer. Nooit lagen ze dichter bij elkaar dan in 1817, toen de opstomende gletsjer bomen begroef en omver duwde. Ruim twee eeuwen later kon het jaar van overlijden worden vastgesteld dankzij dendrochronologie, waarbij de jaarringen aan de hand van hun diktes kunnen worden gedateerd (Le Roy et al., 2023).
In 1817 was het dorp slechts 1 km verwijderd van de gletsjer. Dat zal de dorpelingen geen angst hebben aangejaagd, want in 1780 en 1630 was de gletsjer al bijna net zo groot. Dat blijkt uit zeer dunne groeiringen in nabije bomen (Le Roy et al., 2023). Het ijs dat de tong voortstuwde kwam van twee gletsjer: de Haut Glacier d’Arolla aan de oostkant van Mont Collon en de Glacier de Mont Collon aan de westkant. Hun gezamenlijke tong heette Glacier d’Arolla.
Hoog boven de tong vlakken de Glacier de Mont Collon en de Haut Glacier d’Arolla af en hebben grote firnvelden. Daar, op hoogtes rond de 3000 m, werd het ijs gemaakt waarmee de 7 km lange gletsjer in stand werden gehouden. Dat ging goed in de iets koelere 19e eeuw, maar niet in de 20e eeuw. Al rond 1930 reikte de Haut Glacier d’Arolla niet meer tot in het dal. Arolla heeft sindsdien twee losse gletsjers die vanwege hun ligging de Bas Glacier d’Arolla (met het lage daldeel) en Haut Glacier d’Arolla heten.
De Haut Glacier d’Arolla begint op de noordelijke helling van de Mont Brulé. Op dat deel na is de gletsjer behoorlijk vlak met een groot oppervlak tussen de 2900 en 3100 m. De tong ligt op 2600 m en is omgeven door indrukwekkende zijmorenes. Ze torenen 200 m boven het dal uit en illustreren daarmee het enorme ijsverlies. Op de gletsjer ligt een middenmorene die tevens de wandelroute naar de Italiaanse grens markeert, via de Col de Collon.
De Haut Glacier d’Arolla is een populaire plek voor gletsjeronderzoek. Sterker nog, het is een van de meest bestudeerde gletsjers in de wereld. Wetenschappers zijn met name geïnteresseerd in z’n smeltwater en hoe dat zich door en onder de gletsjer beweegt. Daartoe hebben ze onder andere een kleurstof geïnjecteerd om smeltwaterroutes en -snelheid te ontdekken (Nienow et al., 1998), de lichteigenschappen van zandkorrels onderzocht om hun transportgeschiedenis te ontrafelen (Swift et al., 2011) en de stroomsnelheid van de gletsjer op verschillende dieptes gemeten op te zien hoe die wordt beïnvloedt door smeltwaterdruk (Mair et al., 2008).
De resultaten behelzen onder meer een scherpte toename van de stroomsnelheid van de gletsjer in de lente. De smeltwaterkanalen onder het ijs zijn dan nog nauw, waardoor het water onder zo’n grote druk staat dat de gletsjer van z’n bed wordt gelicht. Opmerkelijker is de ontdekking dat dieper ijs soms sneller stroomt dan het ijs aan de oppervlakte (Willis et al., 2003). Zoiets heet ‘extrusion flow’ en de precieze werking ervan is nog onderwerp van debat.
Luchtfoto van de Bas (left) en Haut Glacier d’Arolla in 1988 en 2023. Bron: swisstopo.
Waar geen debat over is, is over de toekomst van de Haut Glacier d’Arolla. Want hoewel hij niet jaarlijks gemeten wordt, laten luchtfoto’s een continue krimp zien sinds 1967 (Gabbud et al., 2016). De achteruitgang is natuurlijk al veel eerder ingezet, getuige de maximale omvang in 1817 en de loskoppeling rond 1930. Tegenwoordig ligt bovendien vrijwel de hele gletsjer onder de equilibriumlijn, wat betekent dat sneeuw nergens de zomer overleeft. Het zal nog een paar decennia duren, maar uiteindelijk zal de tot 130 m dikke gletsjer helemaal verdwijnen.
Veel minder (wetenschappelijke) aandacht gaat uit naar de Bas Glacier d’Arolla, terwijl dat wel de meest gefotografeerde van de twee is. Want ook nadat de Haut Glacier d’Arolla zich in z’n eigen dal terugtrok bleef de tong van de Bas Glacier d’Arolla een indrukwekkend gezicht die vanuit het dorp niet te missen was. Hij groeide zelfs 140 m tussen 1971 en 1987. En iedereen die omhoog gaat naar de populaire berghut Cabane de Bertol doet dat in de nabijheid van de ijsval. Of beter gezegd: deed.
De ijsval van de Bas Glacier d’Arolla in 1902 (links) en 2019. Bron 1902: Harry Fielding Reid, Bibliotheek ETH Zürich, foto hs_1458-gk-b027-1902-0001.
De Bas Glacier d’Arolla is in het eerste kwart van de 21e eeuw snel veranderd. Wat aan heb begin van de eeuw nog een ferme tong leek, was in 2024 verdwenen. Het enige dat resteerde waren hompen begraven doodijs. Een jaar eerder was de ijsval gebroken, na reeds tot meelijwekkende proporties te zijn teruggebracht. Boven de ijsval resteert nog wel het grote ijsveld van de Glacier de Mont Collon. Maar ook deze ligt rond de 3100 m, waarmee hij verre van klimaatbestendig is.
Zoek hier de mooiste gletsjers van Europa