De Glacier de Bionnassay ligt in het westen van het Mont Blancmassief. Hier begon ooit een verwoestende vloed, ligt de hoogste spoorlijn van Frankrijk en bestijgen klimmers de Mont Blanc.
De gletsjer is genoemd naar Bionnassay op 1300 m hoogte. In de 19e eeuw lag het dorpje op slechts 1,5 km van de gletsjer. Aan het einde van de Kleine IJstijd (1200-1850) reikte de Glacier de Biossannay namelijk tot 1700 m in het dal en was in totaal 6 km lang.
Hoewel de gletsjer sindsdien dunner en korter werd, veranderde er niet zo gek veel in de loop van de 20e eeuw. Rond het jaar 2000 lag de tong nog steeds laag in het dal en was slechts enkele honderden meters korter geworden. Wel was hij al beduidend dunner geworden.
Een nabije gletsjer verging het heel anders. Pal naast de Glacier de Biossanay ligt de veel kleinere Glacier de Tête Rousse. In 1892 kwam daar een vloedgolf van 200.000 m3 uit tevoorschijn die een gat sloeg in de tong en bergafwaarts aanzwol tot een modderstroom. Toen hij ’s nachts door het dal trok verwoestte hij de dorpen Bionnay en Le Fayet en de thermale baden van Saint-Gervais. Zeker 175 mensen kwamen om.
De ‘Catastrofe van Saint-Gervais’ was aanleiding om meer onderzoek te doen naar zulke gevaren in het algemeen en deze ramp in het bijzonder. Eerst werden twee holtes, ontstaan uit crevassen, verantwoordelijk gehouden voor de vloed. Later onderzoek wees echter uit dat de hoogstgelegen holte moet zijn ontstaan uit een meer dat eerst óp de gletsjer lag, maar later ingevroren raakte door nieuwe sneeuw en ijs (Vincent et al., 2010). De Glacier de Tête Rousse heeft nog steeds holtes en zou dus ooit een nieuwe vloed kunnen veroorzaken (Guillemot et al., 2024).
De route van de vloedgolf liep deels over de Glacier de Bionnassay, maar die merkte daar verder weinig van. Hoe anders is dat met klimaatverandering: sinds het begin van de 21e eeuw smelt de gletsjer rap. Vóór de slinkende tong is een meer verschenen dat steeds groter wordt. Bovendien is de tong in 2018 losgeraakt van de rest, doordat de ijsval rond 2000 m hoogte te dun werd. Hetzelfde staat een hoger deel van de ijsval binnenkort te gebeuren.
Het smelten van de gletsjer wordt op de voet gevolgd door een camera van de Franse glacioloog Luc Moreau. In 2009 installeerde hij een camera naast de gletsjer op bijna 2600 m. Sindsdien registreert hij het glijden van het gletsjer, het splijten van het ijs en de instorting van seracs. Een kort filmpje over de beweging van het ijs is te zien op https://dai.ly/xp7xas.
Een bezoek brengen aan de Glacier de Bionnassay kan zowel moeilijk als makkelijk zijn. De moeilijke, maar dankbare manier is door vanuit het dal naar de Refuge Nid d’Aigle (2390) of zelfs de Refuge de T te Rousse (3170) te lopen. Die laatste hut is groot, want hij ligt op de normale route naar de top van de Mont Blanc. Na T te Rousse moeten de wandelschoenen worden ingewisseld voor een klimuitrusting.
Het makkelijke alternatief is een kaartje kopen voor de Tramway du Mont Blanc, Frankrijks hoogste spoorlijn. De trein brengt je naar het station Nid d’Aigle, vlakbij de berghut. Tijdens de aanleg droomden de ingenieurs ervan om de lijn door te trekken naar de Aiguille du Goûter (3860 m), maar de bouw werd stilgelegd toen de Eerste Wereldoorlog in 1914 uitbrak. Als dat niet was gebeurd, was zelfs het beklimmen van de Mont Blanc een eitje geweest!
Zoek binnen glacierchange