De Gornergletscher is de op een na grootste gletsjer van Zwitserland en de grootste van Wallis. Door klimaatverandering verliest hij bijzondere kenmerken en de verbinding met andere gletsjers.
De Gornergletscher begint op de top van Zwitserlands hoogste berg, de Dufourspitze (4633 m, onderdeel van het Monte Rosa-massief). De gletsjer is ongeveer 13 km lang, tot 385 m dik (in 2015) and rond de 1,5 km breed. Maar deze cijfers behoeven ieder jaar een update, want de Gornergletscher is niet in evenwicht met het klimaat. Daardoor wordt hij ieder jaar 50 m korter en verliest ook meters aan dikte.
De tong van de Gornergletscher is tussen 1949 (links) en 2016 flink gesmolten. Bron 1949: Bibliotheek ETH Zürich, foto 1458-GK-B014-1949-0021.
Dat de Gornergletscher jaarlijks ongeveer 50 korter wordt weten we dankzij metingen, maar er is ook een plek waar de natuur zelf de lengteverandering registreert. Aan de noordkant van de gletsjer vormt een zijgletsjer ieder jaar recessiemorenes. Dat zit zo: hoewel de Gornergletscher gestaag korter wordt, groeit hij in de winter een beetje. De gletsjer blijft namelijk vooruit stromen, terwijl hij in de winter nauwelijks smelt. Daardoor groeit hij een paar meter, maar niet zo ver als de vorige winter. Zo ontstaat een serie morenes (ruggetjes) die ouder zijn naarmate ze verder van de gletsjer afliggen.
Hoewel zulke jaarlijkse morenes vrij algemeen zijn in IJsland, zijn ze heel zeldzaam in de Alpen. Bij de zijgletsjer van de Gornergrat zijn ze 0,5-1,5 m hoog en gevormd sinds in ieder geval 1980. Ze bestaan uit sediment dat in de zomer voor de gletsjertong wordt afgezet en daarna in de winter tot ruggen wordt opgeschoven. Hun onderlinge afstand is 5 tot 15 meter en het lijkt erop dat die afstand in zachte winters iets groter is. Dat kan betekenen dat de zijgletsjer in koudere winters verder naar voren schuift dan in zachte winters (Lukas, 2012).
De recessiemorenes bestaan allemaal uit zanderig en kleiig materiaal dat vóór de gletsjer lag, maar worden op drie verschillende manieren gevormd. Ten eerste kunnen sedimenten vastvriezen aan de onderkant van de gletsjer en daarna naar z’n voorkant getransporteerd worden. Ten tweede kan de gletsjer als een bulldozer zand en stenen voortschuiven, maar alleen als de gletsjer een steile voorkant heeft. En de derde manier is als de rand van de gletsjer in de zomer wordt begraven onder sediment dat met smeltwater wordt aangevoerd, wat alleen kan als de gletsjer juist heel vlak is. In de daaropvolgende winter raakt dit bedekte ijs samengedrukt en ontstaat een morene met een kern van ijs.
Als gevolg van de veranderde vorm van de Gornergletscher zijn ook de morenes veranderd. De veel steilere gletsjer creëerde in de jaren 1980 en 1990 ‘gebulldozerde’ morenes, die nog steeds goed te herkennen zijn. Daarna had de gletsjer echter veel vlakker en heeft vooral morenes gevormd met een kern van ijs. Zulke morenes smelten van binnen nadat ze zijn opgeworpen, waardoor hun vorm nog veel veranderd en ze naderhand niet of nauwelijks als morene te herkennen zijn. Het dunner worden van de gletsjer heeft dus tot gevolg dat de nieuwere morenes veel onduidelijk zijn dan de oudere en de gletsjergeschiedenis dus lastiger te reconstrueren is (Rettig et al., 2023).
Teruggang van de Gornergletscher tussen 1971 (links) en 2016. Aan de linkerkant van de achterste gletsjer worden de recessiemorenes gevormd. Bron 1971: Bibliotheek ETH Zürich, foto Dia_385-10326.
De beschreven ‘jaarmorenes’ liggen niet bij de hoofdgletsjer, maar langs een van z’n aanvoergletsjers. Het verwarrende is dat die zijgletsjer ook Gornergletscher heet. Tot 2018 was die ook gewoon verbonden aan de hoofstroom genaamd Grenzgletscher. Samen voedden ze het lagere deel van de Gornergletscher. Waar beide ijsstromen samenkomen ligt een meer met een roerige geschiedenis: Gornersee.
De Gornersee werd afgedamd door de Grenzgletscher. Smeltwater vulde het meer gedurende de lente en liep vervolgens in de zomer binnen een paar dagen leeg. Het water stroomde dan onder de gletsjer door en kon daar beneden ook dagenlang in holtes blijven hangen. Dit water stond onder hoge druk en duwde de gletsjer een beetje omhoog (tot 20 cm), waardoor het ijs minder over de bodem schuurde en dus sneller ging stromen. De snelheid kon zelfs tijdelijk verdubbelen, al hebben we het dan alsnog over hooguit 5 cm per dag extra (Garcia et al., 2019). Opvallend genoeg drukte het water uit het leeglopende meer de gletsjer ook een beetje zijwaarts (Sugiyama et al., 2010).
Twee foto’s van de Gornersee in 1979, vlak voor (links) en vlak nadat hij is leeggelopen. Bron: Beeldbank ETH Zürich.
In de eerste helft van de 20e eeuw was de Gornersee zo groot, dat het water benedenstrooms bruggen, weilanden en chalets vernielde. Ook in 1966 was er nog op grote schaal schade in het beroemde bergdorp Zermatt, dat 5 km stroomafwaarts ligt. Door de slinkende gletsjer verminderde de capaciteit van de Gornersee, om alleen rond 2005 weer eventjes te groeien door kalvend ijs (Huss et al, 2007). De Gornergletscher is inmiddels zoveel dunner dat er aan de zijkant geen water kan blijven hangen.
Inmiddels is wel gebleken dat klimaatverandering niet alleen invloed heeft op de omvang van de Gornergletscher, maar ook op z’n dynamiek. De gletsjer maakt nu andere morenes en de Gornersee, met z’n bijzondere effect op de ijsstroming, is niet meer (althans, het afgedamde gedeelte). De gletsjer zal blijven veranderen en de Gornergrat, een bergkam, geeft prachtig zicht op het de uiteenvallende gletsjer.
De Gornergletscher in ca. 1920 (links) en 2022. Bron 1920: Bibliotheek ETH Zürich, foto PK_018095.
De Gornergrat is een bergrug van 3000 m hoog pal ten noorden van de Gornergletscher. Een bergtreintje rijdt vanuit Zermatt helemaal naar de top. In de zomer nemen iedere dag duizenden mensen de trein om vanaf de Gornergrat de vele vergletsjerde bergen rondom Zermatt te bewonderen. Onder hen ligt de niet te missen Gornergletscher. Bovenop de gletsjer heeft smeltwater een meanderend kanaal uitgesleten, net als rivieren op land doen.
Vanuit het zuiden werd de Gornergletscher door vier kleinere gletsjers gevoed. Hoewel ze in de schaduw van ruim 4000 m hoge bergen liggen, hebben ze allemaal het contact met de Gornergletscher verloren. Bij de Unterer Theodulgletscher en de Triftgletscher gebeurde dat al in het midden van de jaren 1990, bij de Breithorngletscher rond 2010 en in het geval van de Schwärzegletscher duurde het tot 2019. Eerder bleek al dat de hogere Gornergletscher sinds 2018 niet meer tot het dalgedeelte reikt. Het gevolg is dat de tong steeds minder ijs ontvangt, terwijl de smelt juist toeneemt. De Gornergletscher zal dus verdwijnen.
De Breithorngletscher en Unterer Theodulgletscher in 1979 (links) en 2022. Ze reiken niet meer tot aan de Gornergletscher. Bron 1979: Bibliotheek ETH Zürich, Dia_385-12489.
Zoek binnen glacierchange