De Hagafellsjökull is de zuidelijkste gletsjer van de Langjökull, de op een na grootste ijskap van IJsland. De gletsjer kwam vroeger uit in het Hagavatn.
De Hagafellsjökull bestaat uit een oostelijke en een westelijke tak, die van elkaar zijn gescheiden door de berg Hagafell. In de 19e eeuw waren de gletsjers 5 km langer dan tegenwoordig en kalfden ze allebei in het Hagavatn. De oostelijke (Eystri) Hagafellsjökull bleef dat tot in deze eeuw doen. Het meer en de gletsjer worden in het oosten geflankeerd door een bergrug genaamd Jarlhettur. Die bestaat uit een serie steile heuvels, gevormd door vulkaanuitbarstingen onder het ijs tijdens de laatste ijstijd.
Toen de gletsjer veel groter was dan tegenwoordig damde hij de afvoer van het Hagavatn af. Daardoor liep de waterdruk op, totdat de dam brak en de vloedgolf nieuwe geulen uitsleet in het zachte palagoniet (vulkanisch verwerkingsgesteente). Hoewel de dam zich daarna telkens herstelde, werd de waterspiegel geleidelijk lager. Oude geulen raakten daardoor verlaten en nieuwe werden gevormd. De dam brak voor het laatst in 1939 en verdween toen voorgoed. Het laatste doorbraakkanaal is nog steeds de afvoer van het Hagavatn en kent twee indrukwekkende watervallen, Nýifoss en Leynifoss (Björnsson, 2017: 294).
De Eystri-Hagafellsjökull in 1980 (links) en in 2023. Bron 1980: Hjálmar R. Bárðarson, National Museum of Iceland HRB1-1980-132-05.
De gletsjer trok zich in 1960 uit het meer terug. En al is de totale teruggang 5 km, Eystri-Hagafellsjökull kende tussentijds korte periodes van groei. Tijdens zulke surges versnelt de gletsjer z’n stroomsnelheid plotseling en kan dan honderden meters vooruit schuiven. Dat gebeurde in 1974 (met 1200 m) en in 1980 (met 900 m).
In 1998-1999 surgde de Eystri-Hagafellsjökull voor het laatst. In de herfst van ’98 schoten de lobben aan de oostkant het dal tussen de twee ruggen van de Jarlhettur in. Toen de surge in juli 1999 stopte was de gletsjer maar liefst 1160 m gegroeid en had een 2-5 m hoge eindmorene opgeworpen. Die bestond uit zowel breek- als kneedbaar sediment, wat erop wijst dat het voorland van de gletsjer deels bevroren was toen hij eroverheen schoof. Bevroren grond wordt namelijk bros en breekbaar onder druk (Bennett et al., 2004).
Sinds 2010 reikt de Eystri-Hagafellsjökull niet langer tot in het meer. Hij is nu zelfs al 2 km van de oever verwijderd en in die tussenzone ligt een grote verscheidenheid aan gestroomlijnde gletsjersporen. De duidelijkste daarvan zijn flutes of ijsstroomruggen: lange, smalle ruggen waar waterverzadigd sediment achter een grote steen is blijven hangen (Hart, 1995).
Het is twijfelachtig of de gletsjer ooit nog een surge mee gaat maken, want de accumulatiezone wordt niet dikker, terwijl dat de drijvende kracht achter surgen is. Door klimaatverandering wordt de Eystri-Hagafellsjökull daarentegen alleen maar korter en dunner en zal de komende eeuw grotendeels verdwijnen.
Orthofoto van de Eystri-Hagafellsjökull in 1984 (links) en in 2018. Bron: Landmælingar Íslands and Loftmyndir ehf.
Zoek hier de mooiste gletsjers van Europa