Juvfonne is een klein (400 bij 200 m) ijsveld in Jotunheimen. Eigenlijk te klein voor een plekje op glacierchange, maar voor dit bijzondere veldje maken we een uitzondering.
In Jotunheimen liggen honderden kleine ijsvelden, ook wel glacierets genaamd. Ze ontstaan op beschutte plekken, waar sneeuw blijft liggen en de zon weinig schijnt. Dat zijn gewoonlijk de noord- en oosthellingen. In tegenstelling tot gletsjers zijn ijsvelden vastgevroren aan de bodem. Ze glijden daarom niet. Een ander verschil is de ijstemperatuur: terwijl die bij gletsjers normaalgesproken 0 graden is, heeft het ijs van Juvfonne een temperatuur van -2 tot -4°C.
Rendieren zijn in de zomer vaak op ijsvelden te vinden om aan de hitte en insecten te ontsnappen. Arctische zomers zijn berucht om hun muggen en rendieren proberen die op hoogte te ontlopen. Maar daar dreigt een ander gevaar: de mens. Prehistorische mensen hadden dit gedrag in de gaten en joegen daarom vaak in de buurt van ijsvelden op rendieren.
Vanwege het gebrek aan beweging kunnen bevroren artefacten heel goed onder ijsvelden bewaard blijven. Samen met de lange jachtgeschiedenis zijn ijsvelden daardoor ideale plekken voor archeologische vondsten. Dat werd voor het eerst duidelijk in de jaren 1930, tijdens een serie warme zomers. IJsvelden krompen en zo kwamen gebieden bloot te liggen waar duizenden jaren lang ijs had gelegen. Maar dat valt in het niet bij de huidige snelheid van smelt.
De meeste artefacten die tot nu toe onder de ijsvelden vandaan zijn gekomen dateren van de IJzertijd en de Middeleeuwen (300-1600) en betreffen pijlpunten van bot en ijzer, boogfragmenten en stokken (Nesje et al., 2012). Sommige zijn echter veel ouder, zoals een unieke leren schoen van circa 3400 jaar oud! Die werd bij de Kvitingskjølen gevonden, slechts 20 km ten noordoosten van Juvfonne.
Juvfonne is zelf ook een belangrijke plek voor archeologische vondsten. Hier is een uitgebreid systeem gevonden van jachtmuurtjes en schrikstokken. Mensen joegen de rendieren op met rijen beweegbare stokken in de richting van stenen walletjes, van waarachter jagers op de rendieren wachtten. Uit de ouderdom van het hout blijkt dat ze dat hier 1500 jaar geleden al op die manier deden (Nesje et al., 2012).
De houten artefacten rotten snel weg en kunnen alleen zo lang bewaard zijn gebleven als ze na achterlating snel door sneeuw en ijs bedekt zijn geraakt. Sindsdien moeten ze eeuwenlang onder het ijs hebben gelegen, om pas in de 21e eeuw te ontdooien. Dat betekent dat Juvfonne nu kleiner is dan hij in 1500 jaar is geweest. In 2014 kwam er zelfs 2000 jaar oud mos vanonder het ijs vandaan, zodat Juvfonne in de tussentijd niet kleiner kan zijn geweest (Ødegård et al., 2017).
In de lente van 2010 werd er een ijstunnel in Juvfonne gegraven. Die smolt snel weg, waarna in 2012 een langere werd gegraven. De 70 m lange tunnel geeft toegang tot het binnenste van het ijsveld. Dat maakt het mogelijk om de diepste ijslagen te onderzoeken. Koolstofhoudend fijnstof dat in de ijslagen zit kon daardoor gedateerd worden. Zoals verwacht was het ijs ouder naarmate het dieper zat. Maar het kwam als een grote verrassing dat het onderste ijs maar liefst 7500 jaar oud is (Ødegård et al., 2017).
De ijstunnel in niet alleen uitgehakt voor wetenschappers; het is tevens een toeristische attractie van de organisatie Klimapark2469. Het behelst dan ook veel meer dat een simpele gang in het ijs. De tunnel leidt naar een centrale hal, waar een rondlopende gang omheen loopt die meerdere kamers verbindt. Het voelt daardoor als een labyrint, mede door de magische sculpturen die de ijskamers vullen. Ze zijn geënt op de Noorse mythologie en ontworpen (en uitgelicht) door de kunstenaar Peter Istad.
In 2019 werden twee nieuwe kamers aan het stelsel toegevoegd. Ze liggen nog dieper in het ijsveld en beelden de klimaatcrisis uit. In de ene kamer beeldt een betoverende globe onze planeet uit, in de andere vormen zuilen en een tafel de klimaatdialoog. Samen met de ingevroren (replica’s van) artefacten brengt de ijstunnel mensen in aanraking met het veranderende klimaat.
Juvfonne is dun, zoals alle ijsvelden. In het midden is hij 15 m dik, maar gemiddeld slechts 5 m. In de jaren 2011-2014 was het jaarlijkse verlies tot een meter (Ødegård et al., 2017). Niet verwonderlijk dus dat het ijsveld krimpt en in het huidige klimaat niet kan bestaan. Om de ijstunnel zo lang mogelijk open te houden is hij bedekt met witte doeken. Dat vertraagt de smelt.
Nu ijsvelden snel aan het verdwijnen zijn, haasten onderzoekers zich om de artefacten te vinden. Met elke meter ijsverlies kunnen oudere geschiedenissen immers ontdekt worden. En textiel, leer en veren (voor de pijlen) rotten eenmaal ontdooid snel weg. Maar waar kunnen de rendieren straks nog schuilen voor de insecten, als alle ijsvelden weg zijn?
Zoek binnen glacierchange