De Regnbúðajökull (ook bekend als Hrútfellsjökull) is een kleine ijskap bovenop de Hrútfell, een tafelberg van bijna 1400 m hoog in het midden van IJsland.
De Regnbúðajökull heeft vier kleine, steile uitlopers naar het noord(west)en. Van west naar oost heten ze Norðvesturjökull, Vesturjökull, Miðjökull en Norðurkinn-Eystri. In het verleden eindigden ze op zeshonderd meter aan de voet van de berg, tegenwoordig blijven ze halverwege de helling steken.
In tegenstelling tot de nabijgelegen Langjökull bereikte de Regnbúðajökull zijn grootste omvang niet omstreeks 1850-1900, maar duizenden jaren eerder. Dat blijkt uit onderzoek naar de bodemopbouw rond de morenes die de gletsjers hebben achtergelaten sinds de beginnende verkilling van het klimaat zo’n vijfduizend jaar geleden. Bij de Vesturjökull werd een morene gevonden waar aslagen van Hekla-uitbarstingen van duizenden jaren oud bovenop lagen (Kirkbride en Dugmore, 2006).
Bij de andere gletsjers zijn de oudste morenes weggespoeld en liggen alleen jongere morenes. Omdat bij Vesturjökull de hele reeks bewaard is gebleven kon worden vastgesteld dat de gletsjers vierduizend jaar geleden net iets groter waren dan in de jaren 1700-1900. Het grote verschil in timing met de Langjökull komt door de topografie: de steile gletsjers van de Regnbúðajökull reageren veel sneller op klimaatverandering dan grote ijskappen als de Langjökull, die er honderden jaren over doen om in balans te komen met het klimaat. Vierduizend jaar geleden duurde de koude periode simpelweg te kort voor de Langjökull.
De korte reactietijd van de Regnbúðajökull bleek ook in de jaren negentig van de twintigste eeuw. Een kortdurende periode van koele zomers leidde hier tot een flinke groei van de gletsjers. In 1995 bereikten ze hun maximale omvang, die echter wel een halve kilometer korter was dan een eeuw geleden. Daarna zette een snelle teruggang in.
Regnbúðajökull in 1995 (links) en 2023. Bron: Landmælingar Íslands (1995) en ESRI satellite.
Niet alleen de vier gletsjers aan de schaduwrijke noordzijde hebben te lijden van de oplopende temperaturen. De Regnbúðajökull bestrijkt de hele top van de Hrútfell, dus ook de zuidelijke helft. Het ijsveld wordt daar ook jaar op jaar kleiner. In 1890 was het ijsveld nog elf vierkante kilometer groot, rond 1980 was dan afgenomen tot acht en anno 2023 is het minder dan vier vierkante kilometer.
Het ijs wordt ook steeds dunner, omdat in de zomer zelfs op de top van de Regnbúðajökull meer sneeuw (ijs) smelt dan er in de winter gevallen is. In 1945 was de berg daarom nog 1428 meter hoog, tegenwoordig is dat 1386 meter. Binnen enkele decennia bereikt de top rock bottom en zal de hele gletsjer verdwenen zijn.
De Regnbúðajökull in 1938 (links) en 2023. Fotograaf 1938: Hákon Bjarnason, Jöklarannsóknafélag Íslands.
Zoek binnen glacierchange