Stigárjökull

Aan de zuidkant van de Öræfajökull ligt de Stigárjökull, een bescheiden gletsjer zonder uitgesproken tong. Met slechts vier kilometer lengte (vanaf de kraterrand gerekend) is hij zelfs nog wat korter dan zijn buurman, de Hólárjökull.

 

Vroeger Veel Groter

Anderhalve eeuw geleden was de Stígarjökull kilometers langer. Hij eindigde niet op zevenhonderd meter hoogte, zoals nu, maar stroomde tot in het laagland, net boven zeeniveau. Daar is vrijwel niks meer van te zien: geen oude foto’s, nauwelijks morenes. De spaarzame morenes die niet zijn weggespoeld door het smelt- en regenwater uit het Stígardal zijn bovendien makkelijk te verwarren met steenslag (Harris et al., 2004).

De Stigárjökull vanaf de zandvlakte, augustus 2023. Een eeuw geleden reikte de gletsjer tot beneden.
De Stigárjökull vanaf de zandvlakte, augustus 2023. Een eeuw geleden reikte de gletsjer tot beneden.
Satellietbeeld van de Stígarjökull (midden) met in wit de maximale omvang van de gletsjers in de negentiende eeuw.
Satellietbeeld van de Stígarjökull (midden) met in wit de maximale omvang van de gletsjers in de negentiende eeuw.
Sneeuwmagneet Hvannadalshnjúkur in juni 2023, met 2108 meter de hoogte top op de kraterrand van Öræfajökull.
Sneeuwmagneet Hvannadalshnjúkur in juni 2023, met 2108 meter de hoogte top op de kraterrand van Öræfajökull.

Sneeuwmagneet

Het was een tijd van koele zomers en veel sneeuw. Tegenwoordig zijn de zomers veel warmer, maar het gebied is onverminderd sneeuwrijk dankzij de stuw van neerslag tegen de tweeduizend meter hoge Öræfajökull. Uit metingen blijkt dat er op de top tegen de achtduizend millimeter neerslag valt, wat een (compacte) sneeuwlaag van tien tot dertien meter oplevert (Guðmundsson, 2000). Hoeveel sneeuw er valt hangt in sterke mate af van de stromingsrichting: bij winden vanaf de relatief warme oceaan is het nat, bij een noordelijke wind houdt de Vatnajökull alle neerslag tegen.

Noord Atlantische Oscillatie

De stromingsrichting hangt samen met de drukverdeling op de Noord-Atlantische oceaan, die tot uitdrukking komt in de Noord Atlantische Oscillatie (NAO). Is de NAO positief, dan domineert lagedruk bij IJsland. Het is er dan in principe natter dan bij een negatieve NAO, als de druk op de noordelijke Atlantische Oceaan relatief hoog is. Toch blijkt uit onderzoek dat de gletsjers in (Zuid-)IJsland vooral groeiden in periodes dat de NAO negatief was (McKinzey et al, 2017). Dat komt doordat het gedrag van gletsjers niet alleen afhangt van sneeuwval in de winter, maar ook van de temperatuur in de zomer. En laten de zomers nou doorgaans koeler zijn als de NAO negatief is, want dan komt de wind vaker uit het koude noorden.

Zicht op de Atlantische Oceaan vanuit het Stigárdal, augustus 2023.
Zicht op de Atlantische Oceaan vanuit het Stigárdal, augustus 2023.

Lagedruk Brengt Sneeuw

In een snel opwarmend klimaat raakt het verband tussen de NAO en gletsjermassa vertroebeld, want gletsjers krimpen ongeacht het stromingspatroon. De enige uitzondering daarop vormen de gletsjers van de Öræfajökull. Die ving de afgelopen tijd zoveel sneeuw, dat de steilste gletsjers op z’n hellingen een beetje groeien. Ondanks (warme zomers), of juist dankzij (meer sneeuw) het feit dat de NAO de afgelopen tien jaar overwegend positief (NOAA).

Op de plek waar de Stigárjökull over de klif heen valt zitten er diepe crevassen in het ijs, augustus 2023 (dronefoto).
Op de plek waar de Stigárjökull over de klif heen valt zitten er diepe crevassen in het ijs, augustus 2023 (dronefoto).
Stigárjökull, augustus 2023.
Stigárjökull, augustus 2023.
Stigárjökull in 2017 (links) en 2020. Aan de rechterkant ligt de Hólárjökull. Bron: sentinel-2 via copernicus.eu.Stigárjökull in 2017 (links) en 2020. Aan de rechterkant ligt de Hólárjökull. Bron: sentinel-2 via copernicus.eu.

Stigárjökull in 2017 (links) en 2020. Aan de rechterkant ligt de Hólárjökull. Bron: sentinel-2 via copernicus.eu.

Tweehonderd Meter Groei

De Stigárjökull is een van de groeiende gletsjers, al ligt de voorwaartse beweging alweer vijf jaar achter ons. Tussen 2017 en 2020 schoot hij tweehonderd meter vooruit, daarbij over een klif heen vallend. Sindsdien is het gletsjerfront weer iets teruggetreden.

 

Gletsjerkrassen in het vaste gesteente, augustus 2023 (dronefoto).
Gletsjerkrassen in het vaste gesteente, augustus 2023 (dronefoto).

Gletsjerkrassen

Hoewel de gletsjer inmiddels weer een twintigtal meter korter is geworden, is de omvang die het ijs rond 2020 bereikte nog makkelijk te herkennen aan de scherpe grens tussen aangevoerde stenen/zand en de mosbegroeide rotsen die ijsvrij zijn gebleven. Wat beide zones verbindt zijn de onderliggende krassen in het gesteente. Toen de Stigárjökull ter plekke nog honderden meters dik was, schraapten aan de onderkant keien onder grote druk over de vaste rotsen. Zodoende lieten ze een spoor achter in de stroomrichting van het ijs. Bij gebrek aan oude foto’s en morenes is dat een mooie herinnering.

Klik op de foto om hem te vergroten!