De Untersulzbachkees is een 4 km lange gletsjer aan de noordkant van de Grossvenediger. Hij is genoemd naar het Untersulzbachtal, een wild dal dat is aangewezen als reservaat.
De bekendste gletsjer van Oostenrijk is de Pasterze. Ooit was dat geheel terecht: een groot plateau (Pasterzeboden) met eeuwige sneeuw die de massieve gletsjer voedt, daarbij geholpen door ijsvallen vanaf de Grossglockner. En dat alles te bereiken met de auto. Maar die Pasterze is vrijwel helemaal gesmolten. Tegenwoordig zou de Untersulzbachkees misschien Oostenrijks mooiste moeten heten.
De Untersulzbachkees stroomt vanaf de Grossvenediger naar het noorden, het Untersulzbachtal in. Dat is een wat minder bekend dal dan zijn westelijke evenknie, het Obersulzbachtal. Dat komt vooral doordat er in het hoge deel van het Untersulzbachtal geen gemarkeerde paden zijn. Het is een reservaatgebied, dus ook zonder vee. Ideaal voor kampeerders.
Het dal is twaalf kilometer lang en loopt op van 850 naar 2300 meter. Aan het einde ligt de Untersulzbachkees, ruim vier kilometer lang. Het smeltwater stroomt door een blauwe grot de tong uit. Vanuit het dal is alleen de Kleinvenediger te zien, maar wie de oostflank van het dal een stukje oploopt ziet ook de Grossvenediger. Bovendien is dan bijna de hele gletsjer te zien. Een flinke sliert ijs, die ieder jaar tientallen meters korter wordt. Maar bij de Pasterze gaat het nóg sneller.
De aartshertog Johan van Oostenrijk wilde in 1828 als allereerste de Grossvenediger beklimmen. Deze machtige veldmaarschalk had een grote interesse in de natuur en gaf de schilder Thomas Ender (1793-1875) het volgende jaar opdracht om de omgeving van de Grossvenediger te schilderen. Ook Thomas hield wel van een uitdaging, want hij klom naar een 3000 m hoge pas aan de oostkant van de Unterzulsbachkees. Een zeldzame prestatie in die dagen.
Het lukte Thomas Ender om vanaf de Untersulzbachtörl (de pas aan de oostkant van de gletsjer) maakte hij twee aquarellen van de bergtop. Zijn gidsen hadden lange stokken bij zich om te voelen waar de spleten onder de sneeuw zaten, zodat ze er niet in zouden vallen. Iets lager in het dal schilderde Thomas gelukkig ook de Untersulzbachkees. De gletsjer naderde toen zijn grootste omvang. Op zijn schilderij is mooi te zien hoeveel ijziger de Alpen toen waren.
Een dal verderop legde Thomas Ender ook nog de Obersulzbackees vast met de noordwestflank van de Grossvenediger. Daar moest zijn opdrachtgever Johan van Oostenrijk een jaar eerder rechtsomkeert maken. Zijn 17 man tellende expeditie kwam in een lawine terecht. Een persoon raakte zwaargewond, maar Johan kwam ongedeerd terug en deed nooit een tweede poging. Zou hij genoegen hebben genomen met de schilderijen?
Zoek binnen glacierchange