De Vesljuvbreen (Juvbreen) is een kleine gletsjer in Jotunheimen met de hoogste skipiste van Noorwegen. Vroeger zat hij aan de Kjelbreen vast, die ook wel Kjelen of Vesle-Juvbreen wordt genoemd.
De Vesljuvbreen stroomt van het plateau van Galdhøe op 2200 m naar het Juvvatnet, Noord-Europa’s hoogste meer op 1840 m. De gletsjer is slechts 1,2 km lang en 500 m breed. Ondanks z’n bescheiden omvang geniet de gletsjer bekendheid dankzij het skigebied dat erbovenop ligt. Dit Galdhøpiggen Summer Ski Centre is het hoogste skigebied van Noorwegen.
Het zomerskigebied biedt professionele wintersporters en andere liefhebbers de kans om hun sport jaarrond te beoefenen. Maar het skigebied leidt onder klimaatverandering. Na tientallen jaren lang de hele zomer open te zijn geweest, moest het in de zomer van 2006 voor het eerst z’n deuren tijdelijk sluiten. De reden: te weinig sneeuw.
In 2006 haalde de sluiting van het skigebied de krant (nrk.no). Wat toen opmerkelijk was, was in 2015 al de nieuwe standaard geworden. Toen was namelijk juist het feit dat de piste de hele zomer open kon blijven nieuwswaardig (nrk.no). Tegenwoordig worden bergen met sneeuw onder witte doeken bewaard om bij de eerste sneeuwval in september zo snel mogelijk weer open te kunnen.
Gebrek aan sneeuw is jammer voor de wintersporters, maar funest voor Vesljuvbreen. Als daar geen sneeuw op ligt gaat het ijs smelten. In 2018-2019 was dat proces zo vergevorderd dat de skilift verplaatst moest worden: het uitbreidende meer Juvvatnet kwam gevaarlijk dicht bij de lift te liggen.
De Vesljuvbreen and Kjelbreen (helemaal rechts) in 1890 en 2024. Fotograaf 1890: Knud Knudsen, Bibliotheek Universiteit van Bergen foto ubb-kk-2127-1500.
Lange tijd was de Vesljuvbreen verbonden met de Kjelbreen, een kleine gletsjer onder een 300 m steile klif. Ze hadden samen een brede kalvende rand in het Juvvatnet. De makkelijkste route naar de Galdhøpiggen loopt langs de gletsjers, die daarom al vroeg op de foto zijn gezet. Tegenwoordig liggen de gletsjers ver uit elkaar. Vesljuvbreen heeft zich helemaal uit het meer teruggetrokken, terwijl Kjelbreen er gestaag in verdwijnt.
Oude foto’s laten de ontwikkelingen sinds 1890 zien. Om verder terug in de tijd te kijken hebben duikers sediment van de bodem van het Juvvatnet gehaald. De eigenschappen van dat sediment (dichtheid, mineralen en magnetisme) weerspiegelen de activiteit van de gletsjer. Een groeiende gletsjer draagt meer en ander sediment aan dan een krimpende.
De opgedoken sedimentkern van slechts 54 cm omvat 4000 jaar aan sedimentatie. De opbouw ervan laat zien dat de gletsjers 2000 jaar geleden actiever werden, om de afgelopen duizend jaar hoog te blijven met een piek ongeveer 250 jaar geleden (Nesje et al., 2012). Dat komt goed overeen met de timing van de Kleine IJstijd, toen alle gletsjers in Zuid-Noorwegen op hun grootst waren.
De Vesljuvbreen en de Kjelbreen in ca. 1930-1940 en 2024. Bron 1940: National Library of Norway, ‘Postkort fra Jotunheimen [bilde 135]’.
Ergens in de periode 1950-1970 smolten de Vesljuvbreen en de Kjelbreen uit elkaar. Sindsdien is de Kjelbreen blijven kalven. Een paadje dat is aangelegd door Nepalezen loopt ernaartoe en passeert twee steile morenes. Die zijn een paar honderd jaar geleden ontstaan, toen de Kjelbreen op z’n grootst was (Matthews, Winkler & Wilson, 2014).
Niet alleen gletsjers en sneeuw smelten. Ook de grond smelt. In dit koude klimaat is de bodem namelijk permanent bevroren. Zulke bodems heten permafrost. Vlakbij de gletsjer is een station waar de bodemtemperatuur wordt gemeten in een honderd meter diepe put. Dat is al diep, maar de permafrost zit hier waarschijnlijk tot 300 m diep!
In de zomer dooit de bovenste 2,5 m van de bodem. Dat deel heet de actieve laag. Vanwege klimaatverandering dringt de actieve laag steeds dieper in de bodem door. Hoewel het daaronder altijd vriest, stijgt ook daar de temperatuur. Zelfs op 100 m diepte loopt het klik heel langzaam op. Dus zelfs wie z’n kop in het zand steekt ontkomt niet aan klimaatverandering.
Zoek binnen glacierchange