De Vestre Memurubrean is de grootste gletsjer in Jotunheimen, Noorwegen. Hij was vroeger verbonden met de Austre Memurubrean.
In het hart van Jotunheimen liggen twee grote ijsvelden: Vestre (West) en Austre (Oost) Memurubrean. Ze vormen in cirques (keteldalen) rond 2000 m hoogte en hun tongen reiken tot net onder de 1700 m. Ooit stroomden ze in het Memurudalen samen.
Gletsjers in Jotunheimen waren in de 18e eeuw op hun grootst. De Austre Memurubrean was destijds de grootste van allemaal met een oppervlakte van 12,4 km2 (Baumann et al., 2009). Maar sindsdien heeft hij heel wat te verduren gehad en nu resteert er nog geen 5 km2. De Vestre Memurubrean heeft daarentegen slechts 1,5 tot 2 km2 verloren en is nog steeds 8 km2. Het verschil komt doordat de Austre Memurubrean een groter deel onder de 1600 m had (en wellicht ook door een verkeerde verdeling van het ontgletsjerde gebied over de twee gletsjers).
De Vestre en Austre Memurubrean in 1916 en 2024. Bron 1916: Nasjonalbiblioteket foto NF_W_18143_A.
On hun verste punt lieten de gefuseerde gletsjers een eindmorene achter. Deze smalle rug van rotsblokken, een paar meter hoog, laat zien hoe groot de Memurubrean is de 18e eeuw was. Waar de grond bedolven raakte onder de morene konden planten niet meer groeien. Nu helpt die ‘fossiele bodem’ om de veranderingen te reconstrueren.
De Vestre Memurubrean in ca. 1900-1930 (links) en 2024. Bron 1900: Nasjonalbiblioteket.
Wetenschappers hebben de bodem onder de morene onderzocht. In diepere (oudere) lagen zat vooral stuifmeel van dwergstruiken, terwijl dichter aan het oppervlak vooral stuifmeel van gras en heide zat. Die verschuiving in vegetatiebedekking duidt op een verkilling van het klimaat, met langdurigere sneeuwbedekking (Caseldine & Pardoe, 1994).
Een andere belangrijke eigenschap van de begraven bodem is z’n leeftijd. Uit koolstofdateringen blijkt dat de bodem ononderbroken is gevormd over een periode van 5000 jaar. Dat stopte pas toen de morene erbovenop kwam te liggen rond de 17e eeuw. Dat betekent dat de (Vestre) Memurubrean in de voorafgaande vijf millennia niet groter kan zijn geweest (Matthews & Caseldine, 1987).
De Vestre Memurubrean deelt een ijsveld met de Hellstugubrean. Dat is zeldzaam in Jotunheimen, waar de meeste gletsjers van elkaar geschieden zijn door steile bergwanden. Dat geldt ook wel voor de Vestre Memurubrean, maar met uitzondering van een 700 m brede pas in het noorden. Daar gaat het ijsveld op 1900 m hoogte over in de Hellstugubrean.
Voordat het klimaat opwarmde kon sneeuw de zomer overleven boven ongeveer 1700-1800 m. Maar door de stijgende temperaturen ligt de sneeuwlijn steeds hoger. Tegenwoordig smelt ook op de hoogste delen van de gletsjer alle sneeuw. Daardoor wordt er nergens meer nieuw ijs gevormd. Zulke gletsjers moeten op termijn wel verdwijnen.
Het zal nog wel even duren voordat de Vestre Memurubrean helemaal weg is. In het midden is het ijs 200-250 m dik (NVE Breatlas). Tussen 2009 en 2022 werd de gletsjer hogerop ongeveer een meter per jaar dunner, de tong smolt twee tot drie keer zo snel. In hetzelfde tempo duurt het dus twee eeuwen eer alle ijs weg is. Maar het zakkende ijs smelt wel steeds sneller. Uiteindelijk zou er een nieuwe route tussen de berghutten Spiterstulen en Memuru onder de gletsjer vandaan kunnen komen. Maar is het de wandeling dan nog wel waard?
Zoek binnen glacierchange